Inleiding
De Vertelsels van Baker de Bard zijn verhalen die geschreven zijn voor jonge heksen en tovenaars en al eeuwen voor het slapen gaan worden voorgelezen.
Daardoor zijn de Hinkelpan en de Fontein van het Fantastische Fortuin even gewoon voor de leerlingen van Zweinstein als Assepoester en Doornroosje voor (niet-magische) Dreuzelkinderen.
De Vertelsels van Baker lijken in veel opzichten sterk op onze sprookjes: deugd wordt meestal beloond en slechtheid bestraft. Er is echter ook een duidelijk verschil.
In Dreuzelsprookjes is toverkracht vaak de oorzaak van de problemen van de held of heldin de boze heks heeft de appel vergiftigd, of de prinses honderd jaar lang laten slapen, of de prins in een afzichtelijk beest veranderd.
In De Vertelsels van Baker de Bard, daarentegen, ontmoeten we helden en heldinnen die zelf kunnen toveren, maar desondanks net zo veel moeite hebben om hun problemen op te lossen als wij.
De Vertelsels van Baker helpen toverouders al generaties lang om een pijnlijk feit duidelijk te maken aan hun jonge kinderen, namelijk dat magie evenveel moeilijkheden veroorzaakt als oplost.
Nog een opmerkelijk verschil tussen deze fabels en hun tegenhangers in de Dreuzelwereld, is dat de heksen van Baker veel actiever op zoek gaan naar hun fortuin dan onze sprookjesheldinnen.
Astmalia, Armethea, Amata en Knabbeltje Babbeltje zijn stuk voor stuk heksen die hun lot in eigen hand nemen, in plaats van jarenlang te liggen snurken of te wachten tot iemand eindelijk eens dat verloren muiltje komt terugbrengen.
De enige uitzondering op die regel het naamloze meisje uit De Heksenmeester met het Harige Hart' gedraagt zich meer zoals wij van een sprookjesprinses gewend zijn, alleen leeft zij aan het eind van het verhaal niet lang en gelukkig.
Baker de Bard leefde in de vijftiende eeuw en er is maar weinig over hem bekend. We weten dat hij in het noorden van het land is geboren en op de enige houtsnede die van hem bestaat, zien we dat hij een uitzonderlijk weelderige baard had.
Als zijn verhalen een juiste afspiegeling zijn van zijn eigen opvattingen, was hij nogal gesteld op Dreuzels, die hij eerder als onwetend dan als boosaardig beschouwde, wantrouwde hij Duistere Magie en geloofde hij dat de ergste excessen in de toverwereld voortkwamen uit maar al te algemeen-menselijke eigenschappen als wreedheid, onverschilligheid of het arrogante misbruik van talent.
De helden en heldinnen die in zijn verhalen triomferen beschikken niet over de grootste toverkracht, maar blinken uit in behulpzaamheid, gezond verstand en een hedendaagse tovenaar die soortgelijke opvattingen huldigde was natuurlijk professor Albus Parcival Wolfram Bertus Perkamentus, Orde van Merlijn (Eerste Klas), schoolhoofd van Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus, Opperste Hotemetoot van het Internationaal Overlegorgaan van Heksenmeesters en Hoofd Bewindwijzer van de Wikenweegschaar.
Ondanks die overeenkomsten in zienswijze, kwam het toch als een verrassing toen tussen de vele papieren die Perkamentus in zijn testament aan het schoolarchief van Zweinstein had nagelaten, ook een reeks aantekeningen over De Vertelsels van Baker de Bard werd aangetroffen.
We zullen nooit weten of hij dat commentaar puur voor zijn eigen genoegen heeft geschreven, of met het oog op eventuele publicatie, maar in ieder geval was professor Minerva Anderling, het huidige schoolhoofd van Zweinstein, zo vriendelijk ons toestemming te verlenen om het commentaar van professor Perkamentus hier af te drukken, samen met een gloednieuwe vertaling van de Vertelsels door Hermelien Griffel.
We hopen dat de aantekeningen van professor Perkamentus, bestaande uit opmerkingen over de tovergeschiedenis, persoonlijke herinneringen en waardevolle informatie over de belangrijkste elementen uit ieder verhaal een nieuwe generatie lezers zowel tovenaars als Dreuzels zal helpen De Vertelsels van Baker de Bard op waarde te schatten.
Iedereen die professor Perkamentus persoonlijk gekend heeft, is ervan overtuigd dat hij maar al te graag zijn steun zou hebben verleend aan dit project, gezien het feit dat de opbrengst voor de Children's High Level Group, die ernstig achtergestelde kinderen een stem probeert te geven.
Nog een enkele opmerking omtrent het commentaar van professor Perkamentus: voor zover we kunnen nagaan, zijn de aantekeningen ongeveer anderhalf jaar voor de tragische gebeurtenissen op het dak van de Astronomietoren van Zweinstein voltooid. Het zal iedereen die op de hoogte is van het verloop van de meest recente toveroorlog (de lezers van alle zeven boeken over het leven van Harry Potter, bijvoorbeeld), opvallen dat professor Perkamentus niet alles vertelt wat hij weet of vermoedt in zijn commentaar op het laatste Vertelsel in dit boek.
De reden voor die omzichtigheid schuilt misschien in de opmerking die Perkamentus jaren geleden tegen zijn favoriete en beroemdste leerling maakte omtrent de waarheid: De waarheid is iets prachtigs en vreselijks en moet met de grootst mogelijke omzichtigheid worden behandeld.
Of we het nu met hem eens zijn of niet, we kunnen het professor Perkamentus misschien vergeven dat hij toekomstige lezers wilde beschermen tegen de verleidingen waar hij zelf voor was bezweken en waar hij uiteindelijk zo'n verschrikkelijke prijs voor moest betalen.
J K Rowling 2008
Een Noot Betreffende de Voetnoten. Aangezien professor Perkamentus zijn commentaar voor een toverpubliek lijkt te hebben geschreven, heb ik hier en daar termen of feiten die misschien niet helemaal duidelijk zijn voor Dreuzellezers nader verklaard.
JKR